Inleiding uit
Duurzame Landbouw en de vrije markt – Erwin van Woudenberg
Toen ik in 2007 milieuwetenschappen ging studeren, verklaarden vrienden en familie mij voor gek. Mijn omgeving verwachtte van mij dat ik iets als economie of bedrijfskunde zou gaan doen. Het milieu, laat staan het klimaat, was nog helemaal geen onderwerp, ook niet in de kranten. De opwarming van de aarde was al wel een groot onderwerp binnen mijn opleiding, maar het was voorlopig nog ondenkbaar dat bedrijven zich om het klimaat zouden gaan bekommeren.
Ik besloot me tijdens mijn opleiding niet uitsluitend op klimaatverandering te richten, maar op het ecosysteem aarde als geheel. Ik had een grote belangstelling voor biodiversiteit en was gefascineerd door de ecosysteemdiensten die een gezonde aarde aan mensen levert. Een stabiel klimaat is daar een voorbeeld van, maar ook schoon water, zuivere lucht en een gezonde bodem vallen eronder.
Die keuze voor het volledige ecosysteem aarde leek mij een logische: we hebben maar één aarde en daarop is alles met elkaar verbonden. Als binnen een ecosysteem een schakel wordt verbroken, kan dat grote gevolgen hebben voor de diensten die het levert. Gedurende mijn opleiding ontdekte ik dat de hoeveelheid en de kwaliteit van de ecosysteemdiensten van de aarde langzaam maar zeker afnemen. Bovendien werd mij duidelijk dat deze achteruitgang grotendeels is terug te leiden tot bedrijven en de producten die zij verkopen.
Toen ik afstudeerde, had ik door die ontdekkingen het gevoel dat mij twee dingen te doen stonden. Ten eerste werd het hoog tijd dat er betaald ging worden voor ecosysteemdiensten. Hoe dat in zijn werk moest gaan, was nog onduidelijk. Dus begon ik samen met Daan Groot in 2012 De Natuurverdubbelaars vanuit het idee om de wereld te verbeteren door ecosysteemdiensten te gaan kopen en verkopen.
Ten tweede besefte ik dus dat vrijwel de totale milieu-impact op onze aarde afkomstig is van bedrijven en de producten die zij verkopen. Om dit te kunnen veranderen, moest ik dus zelf een product op de markt brengen, zo was ik van mening. Mijn fysiotherapeut, Reinier van Dantzig, stelde voor om te beginnen met een rolletje sporttape, dan zou hij mijn eerste klant zijn. Dus begon ik in hetzelfde jaar Sterkur, een bedrijf dat producten maakt voor sporters en fysiotherapeuten. Om te overzien hoe je verandering in een systeem kan bewerkstelligen, moet je er immers zelf deel van zijn. Vanaf de zijlijn kan iedereen roepen hoe het moet, maar pas als je er midden in staat, word je gedwongen om er actief mee aan de slag te gaan en moet je beslissingen maken. Het maakt niet uit wat voor bedrijf je start. Als je een product verkoopt, heb je hoe dan ook een impact op de aarde. En kan je dus ook wat doen aan die impact.
Een aantal jaren later, in 2016, adviseerde ik vanuit De Natuurverdubbelaars om boeren meer te betalen voor hun gewassen, terwijl ik in dezelfde week de prijzen van de producten die ik zelf inkocht voor Sterkur, probeerde zo laag mogelijk te krijgen. Toen pas besefte ik wat ik aan het doen was. Die prijsverlagingen in de keten komen uiteindelijk immers net zo goed bij een boer uit. Ik wist wat het probleem was, maar deed daar op dat moment toch gewoon aan mee. Sindsdien was er in mij een continue strijd gaande tussen ondernemerschap enerzijds en het dragen van zorg voor de aarde en de boer anderzijds. Het was een strijd die ik helemaal niet wilde voelen. Ik vind ondernemen en natuur allebei tof, maar kreeg het op dat moment niet voor elkaar om het in die beide domeinen goed te doen. Mijn liefde voor de natuur liet me twijfelen aan mijn liefde voor ondernemerschap en andersom.
De oplossing van dit probleem moest ergens in de productieketen te vinden zijn. Ergens tussen de oorsprong van onze producten (de aarde) en het eindpunt (de consument). Mijn startpunt was de landbouwsector, waar de meeste producten hun oorsprong vinden.
Ondernemen met natuur
In 2017, kreeg ik, samen met Daan Groot, de mogelijkheid om vier jaar lang onderzoek te doen naar ‘Ondernemen met Natuur’ aan de HAS Hogeschool in Den Bosch. Dat was een mogelijkheid die we met beide handen aangrepen. Daarnaast besloot ik in 2018 om vanuit Sterkur boeren het dubbele te gaan betalen voor hun rubber en katoen.
In de afgelopen tien jaar heb ik met talloze boeren actief samengewerkt. Bovendien ben ik bij honderden landbouwbedrijven langsgegaan, van groot tot klein, van gangbaar tot duurzaam, van intensief tot extensief, biologisch en biodynamisch. Zodoende heb ik een veelheid aan landbouwvormen voorbij zien komen: van de Nederlandse aardappel- en suikerbietentelers tot katoenplukkers en peulvruchtenkwekers in China, van de welbekende veehouderijen met varkens, koeien en kippen tot een waterbuffelboerderij in Noord-Brabant en van rijstvelden, bloembollenbedrijven, bamboekwekerijen, fruitboomgaarden en hennepteelt tot bomenkwekers in Ghana en rubbertappers op Sumatra.
In landen als China, Ghana en Indonesië is het voor boeren vaak lastig om over natuurvriendelijkere vormen van landbouw na te denken. Meestal is het een luxe die ze zich niet kunnen veroorloven. In Nederland zijn de opties ruimer. Gedurende de jaren ben ik een enorme fan van biodynamische landbouw en voedselbossen geworden. Ik heb me veelvuldig verwonderd over de fantastische omgeving die zulke natuurvriendelijke boeren weten te creëren.
Bij een biodynamische boer kan je lunchen in de koeienstal en in een voedselbos zijn tientallen, zo niet honderden verschillende soorten planten en dieren te vinden. Op elke hectare van deze bedrijven stuit je op een overvloed aan belangrijke ecosysteemdiensten, zoals schoon water, een rijk bodemleven en opslag van koolstof ter bescherming van het klimaat en biodiversiteit.
De keerzijde is dat veel natuurvriendelijke boeren het financieel lastig hebben. Een deel van deze landbouwondernemers in Nederland heeft een baan naast zijn bedrijf, heeft een zak met spaargeld of is geen ondernemer, maar doet het voor de hobby. Het aantal natuurvriendelijke ondernemers blijft dan ook laag. Gedurende de jaren kreeg ik steeds scherper zicht op de achtergrond van dit probleem. Aan de bekwaamheid van de ondernemers en hun motivatie ligt het niet. Aan de kwaliteit van de producten ligt het ook niet. En het ligt zeker niet aan de omgeving, die bij deze boeren juist een lust voor het oog, het oor, de neus en de ziel is. Toch zijn de financiële moeilijkheden al jaren een bekend probleem voor veel (potentiële) natuurvriendelijke landbouwondernemers. En is de biodiversiteit in Nederland sinds 1890 toch echt met maar liefst 70% afgenomen.
Onze aarde, die enerzijds wordt aangetast door onze keuzes als consument en waarvan we anderzijds willen genieten als burger. Wij, tegelijkertijd consument en burger, die vaak ver van de boeren af staan. De boeren, die boos zijn op de overheid en wijzen naar bedrijven verderop in de keten, zoals supermarkten. De supermarkten, die bezwerend roepen dat de klant koning is en terugwijzen naar ons consumenten. Wij, die kijken naar de bedrijven en merken waarvan wij producten kopen, die op hun beurt de boeren geld betalen voor hun producten. En tenslotte weer de boeren, die zowel geld moeten verdienen als voor de aarde moeten zorgen, maar de benodigde ruimte niet krijgen.
Dit is momenteel de gang van zaken binnen de vrije markt. In dit boek wordt duidelijk hoe ons huidige systeem precies in zijn werk gaat. Daarbij zul je mij niet horen zeggen dat alle landbouw biologisch of biodynamisch moet worden; om zo goed mogelijk vast te kunnen stellen wat de mogelijkheden voor boeren zijn in het huidige systeem, mág ik deze keuze niet maken. Het doel van dit boek is te zoeken naar manieren om een gelijk speelveld voor iedere boer te creëren, ook voor boeren die beter zorgen voor de omgeving en daardoor te maken hebben met een hogere kostprijs.
Duurzame landbouw & de vrije markt
In het eerste hoofdstuk ga ik dieper in op de realiteit van de boer. De boer die zorgt voor onze voeding en kleding, maar ook verantwoordelijk is voor het land op onze aarde. Als de boer kijkt naar de markt en het perspectief van zijn bedrijf binnen die markt, is de gangbare, intensieve landbouw de verstandige keuze. Maar als de boer kijkt naar het ecosysteem aarde en de leefbaarheid daarvan, lijkt deze gang van zaken niet verstandig. In de spagaathouding die dat oplevert, kan de boer er heel weinig aan doen dat we in Nederland nog nauwelijks van natuur op het boerenland kunnen spreken. Ik introduceer de term ‘natuurinclusieve landbouw’ en de boeren die hieronder vallen. Zodoende begeven we ons naar de achterliggende problemen die ten grondslag liggen aan de grote discussies over de landbouw van vandaag en van de toekomst. Over de precieze verhoudingen en spanningen tussen de landbouw en het ecosysteem aarde bestaan discussies, die uitgebreid aan bod zullen komen. De hoofdvraag is daarbij: wat is duurzame landbouw?
Vervolgens kijken we naar de partij aan het andere uiteinde van de keten: de consument. Welke mogelijkheden heeft de consument om de natuurinclusieve landbouw te laten uitbreiden? We hebben het over de werking van ons consumentenbrein, het belang van prijs, kwaliteit en gemak en de complexiteit van het begrip duurzaamheid voor de consument. Wanneer is iets duurzaam en wanneer niet? Kan een product ook een beetje duurzaam zijn? Kan je als consument überhaupt oordelen over duurzaamheid?
Het derde hoofdstuk gaat over de wereld die zich in de keten bevindt tussen de boer en de verkoper. In dit stuk van de keten zijn het de inkopers en verwerkers die de dienst uitmaken. Inkopers hebben hierbij een speciale positie omdat zij als eerstvolgende schakel in contact staan met de boer. Vervolgens worden de producten van de boer verwerkt en of het nu verpakken, snijden, samenstellen, verhitten of juist koelen is, de waarde van het product dat uiteindelijk verkocht zal worden, stijgt met iedere stap. Vanuit het perspectief van de verwerkers kijken we naar de impact die verschillende actoren op het landgebruik van onze aarde hebben. Ik introduceer daarbij zeven indicatoren die deze impact per hectare kunnen duiden.
Het vierde hoofdstuk draait om de enorme kracht van merkbeleving. In onze aankoopbeslissingen spelen merken een essentiële rol. Merken maken het ons brein makkelijk om een keuze te maken. Het grootste deel van onze kwaliteitsbeleving verweven is in deze merken, waardoor ze een zekere machtspositie genieten. Hoe verhoudt die macht zich tot de natuurinclusieve landbouw? Wat kunnen boeren die rekening houden met goed gebruik van de aarde aan merkbeleving hebben? In hoeverre zijn merken in staat om de kracht van merkbeleving in te zetten ten behoeve van duurzaam landgebruik?
Ten vijfde duiken we in de wereld van het verkopen. Verkopers hebben een centrale rol omdat ze de laatste schakel zijn voordat de consument een product in handen krijgt. Waar willen consumenten hun producten kopen en op welk moment? Wat als de boer de keten kort wil houden en zijn producten zelf aan de consument verkoopt? We zien dat consumenten – en dus ook boeren – te maken hebben met een ingewikkeld samenspel van prijs, levertijd, assortiment, beleving, garantie, merkbeleving, houdbaarheidsdatum, gemak en nog veel meer factoren waarin winkelketens bij uitstek gespecialiseerd zijn.
In het zesde hoofdstuk kijken we naar de factor die door de gehele keten aanwezig is: de prijs. In alle schakels, van boer tot consument, speelt geld immers een belangrijke rol. De prijs is aan de ene kant van de keten een van de belangrijkste criteria voor de consument en bepaalt aan het andere uiteinde hoe de boer met zijn land om kan gaan. In dit hoofdstuk komt uitgebreid aan bod welk bedrag wij als consument, via de prijzen die wij voor onze producten betalen, aan de boer afdragen. Vervolgens kijken we naar de invloed van een verhoging van dat bedrag op de prijs in de winkel.
Het laatste hoofdstuk geeft een overzicht van alle beschouwingen en overweegt wat dit alles betekent voor de toekomst van onze aarde. Welke kanten kunnen boeren, consumenten en ondernemers op? En als we meer aandacht willen schenken aan de natuur op het boerenland, waar moeten we dan beginnen?
Deze inleiding komt uit Duurzame Landbouw en de vrije markt – Erwin van Woudenberg
copyright – auteur & Vonk Uitgevers
Voor overname gelieve contact op te nemen met de uitgever.